Grenzen stellen met hersenletsel: hoe doe je dat?

Als je hersenletsel hebt, herken je dit waarschijnlijk. Je kunt niet meer alles doen wat je deed voordat je hersenletsel had. Misschien wel in aangepaste vorm, maar je bent nu eenmaal niet meer hetzelfde. Tenminste, de meeste mensen met hersenletsel niet.

Ook ik niet. Natuurlijk ben ik nog steeds Kesty en qua karakter ben ik niet echt veranderd. Maar mijn leven is wel 100% anders geworden, sinds ik hersenletsel heb. Ik schreef er al eens een blog over, waarin ik uitleg waar ik dan nu nog last van heb. Omdat je van de buitenkant niets aan mij ziet.

Mijn energie is beperkt. Doordat alles wat ik doe nu eenmaal meer energie kost. Bepaalde stukken van mijn hersenen zijn extra actief om het stuk dat niet meer werkt over te nemen als het ware. En dat kost meer energie, het is zo simpel als maar kan zijn. Dus ik moet zuinig met mijn energie omgaan. Lukt dat? Nee, niet altijd. Ik ga geregeld over mijn grenzen. Maar ik doe mijn best. Elke dag weer.

Mijn persoonlijke tips om je grenzen te stellen als je hersenletsel hebt:

1. Wat wil jij en wat wil jij niet?

Zorg dat het duidelijk is voor jezelf wat jij wilt. Wat vind jij belangrijk? Tijd met je kind, je partner of bijkletsen met een vriendin of helpen op school? Weet waar je prioriteit ligt. Als je dat helder hebt, kun je het ook beter duidelijk maken naar anderen. En je maakt het jezelf ook makkelijker met keuzes maken.

2. Hoe wil jij behandeld worden door anderen?

Wil je dat mensen rekening met je houden? Wil je wel gewoon uitgenodigd worden voor feestjes of vind je dat te confronterend en doe je liever iets apart met de jarige bijvoorbeeld. Zorg dat je dit voor jezelf duidelijk hebt en ook laat weten aan anderen die dichtbij je staan. Dan kunnen ze daar rekening mee houden en kom je ook minder in de verleiding om over je grenzen te gaan.

3. Verontschuldig je nooit voor jouw eigen grenzen.

Je hoeft geen sorry te zeggen als je niet ergens aan deel kunt of wilt nemen. Je hebt hersenletsel en dat bepaalt voor een deel hoe je nu bent. Je hebt er niet voor gekozen, maar hebt er wel mee te dealen. En dat doe je op de best mogelijke manier voor jou. Binnen jouw mogelijkheden en binnen jouw grenzen. Zonder sorry graag.

4. Zeg vaker nee.

Nee zeggen is niet erg. Ik vind het zelf ook nog heel moeilijk maar door deze blog te schrijven, realiseer ik me weer dat ik dat vaker moet doen. Nee zeggen is niet erg. Als je nee tegen iets of iemand zegt, zeg je eigenlijk ja tegen jezelf. En dat is onwijs knap! Dat zou je (en ik dus ook) vaker moeten doen.

5. Leg uit waarom je een grens stelt.

Aan mensen die dichtbij je staan, kun je uitleggen waarom je bepaalde dingen wel of niet doet. Waarom je grenzen moet stellen. En keuzes moet maken. Begrip zorgt voor meer steun en van mensen in je inner circle is dat fijn om te hebben. Voor de rest natuurlijk minder. Niet iedereen hoeft je te snappen, onthoud dat goed. Ik heb zelf bijvoorbeeld een selecte groep moeders op de school van Isa op de hoogte gebracht van mijn hersenletsel. En de juf uiteraard. Familie en goede vrienden ook. Dat blijkt in de praktijk toch handig. Verder schaam ik me er ook totaal niet voor dus als het handig is vertel ik het, anders niet.

6. Houd het bij jezelf en praat in de ik vorm.

Om geen scheve gezichten te krijgen is dit wel een goede. Stel je bent op visite en de tv staat aan. Je vraagt of die uit kan omdat je anders snel overprikkeld raakt, in combi met gesprekken die gevoerd worden. Als men dan zegt, stel je niet aan, ik zet hem wel zachtjes, wordt je grens compleet overschreden. Je kunt dan beter zeggen wat dit met jou doet (‘ik raak hier erg overprikkeld door en beroerd en kan dan dus niet op dit feestje blijven’) in plaats van te zeggen ‘jij negeert mij en doet respectloos’. Trek je conclusies en leef je eigen grens na zou ik zeggen.

7. Gebruik de juiste lichaamstaal en wees zelfverzekerd.

Als jij je grenzen wilt bewaken, dan is dat jouw goed recht. Dus nee, je zeurt niet. Wees zelfverzekerd en praat ook zo. Dus niet, kan die tv misschien uit, als jullie het niet erg vinden, zou dan de tv uit kunnen? Je bewaakt je grenzen met een doel. En niet voor de lol. Dus formuleer krachtig en zelfverzekerd.

Grenzen stellen. Het is zo ongeveer het moeilijkste wat er is in het leven met hersenletsel. Niet alleen in de omgang met anderen, maar eigenlijk met alles. Dat is mijn ervaring tenminste. Ik word wel steeds beter in het afwegen en plannen van sociale activiteiten. Veel minder vaak dan ik eigenlijk zou willen, maar ik plan het bewust in. Ik ga wel veel te vaak over mijn grenzen met social media (nog steeds ja) en andere digitale activiteiten. Dat blijft een ding. Hopelijk vind ik daar ook nog eens de middenweg die wel werkt.

Hoe vinden jullie het om grenzen te stellen? Gaat het je makkelijk af of vind je het ook zo moeilijk?

Plaats een reactie